04 november 2020

Geef jongeren weer kans op eigen woning met forse koperskorting

Naast de coronacrisis is er voor een hele generatie jongeren al langer een andere crisis aan de gang. Een nationale wooncrisis. Door de huidige woningnood is het voor heel veel starters vrijwel onmogelijk om nog een betaalbare, eigen koopwoning te vinden. Daarom moet er weer speciaal beleid voor de koopstarter komen. Dat kan door een nieuwe vorm van betaalbare koopwoningen te introduceren, in lijn met de gedachte achter de vroegere Premie A woningen. In combinatie met het verplicht bouwen van betaalbare koopwoningen met een maximumprijs voor starters, op een manier die ook voor projectontwikkelaars gunstig uitpakt en bouwen stimuleert. Van de miljoen nieuwe woningen die er tot 2030 nodig zijn moet een kwart worden bestemd voor starters, waarvan een groot gedeelte voor koopstarters. Door daar een koperskorting aan te koppelen in de vorm van een starterslening, worden woningen voor hen ook echt betaalbaar.

Volgens experts van ABN AMRO is de woninggekte inmiddels alle economische logica ontstegen. De afgelopen vijftien jaar is het aandeel koopstarters van de totale woningverkoop alleen maar aan het dalen. Want corona of niet, de huizenprijzen blijven verder doorstijgen, zijn volgens de laatste cijfers van het NVM nog nooit zo hoog geweest en er wordt voorlopig niet gerekend op een daling. Dat is gezien het huidige woningtekort ook niet zo gek, en vraagt van een nieuwe minister voor volkshuisvesting om met meer centrale regie te werk te gaan. Met een Nationaal Woonplan in de hand. Het gaat namelijk niet alleen maar om de kille cijfers en het puur uit de grond stampen van stapels stenen. Achter die cijfers gaan namelijk verhalen schuil van echte jongeren, die bijvoorbeeld met een tijdelijk contract en soms een hoge studieschuld, een begin maken aan een van de belangrijkste fases van hun leven. En waarvoor een eigen woning de veilige basis is van waaruit je jezelf verder kunt ontwikkelen, een relatie aan kunt gaan, een gezin kunt starten en contact kunt leggen met andere mensen in je buurt. Het vormt je identiteit. Nu is de situatie voor veel starters vaak uitzichtloos, en blijven ze steeds langer thuis wonen. Vaak verdienen ze net te veel voor een sociale huurwoning, of staan op een lange wachtlijst, en zijn ze kansloos voor een koopwoning ten opzichte van beleggers. En dus aangewezen zijn op dure, particuliere huur.

Met een koperskorting van 50.000 euro als starterslening kunnen we woningbezit onder jongeren stimuleren, inclusief de verantwoordelijkheden die daarbij horen. Aan deze koperskorting horen natuurlijk zeer gunstige voorwaarden gekoppeld te worden, door ze bijvoorbeeld een lange periode te geven om deze terug te betalen. Net als bij een DUO-lening het geval is, tegen zeer lage rente. Het principe om koopwoningen voor jongeren betaalbaar te maken kenden we al eerder, maar moet in een nieuwe jas gestoken worden. Zonder overgesubsidieerde woningen. Eind jaren zeventig kwamen er verschillende soorten premiekoopwoningen (A, B, C en D), waar veel ouders of grootouders van de huidige startersgeneratie een begin aan hun werkende- en gezinsleven mee konden maken. Om verschillende redenen, in die tijd best verklaarbaar, kwam er in 1993 een einde aan dit systeem. Desalniettemin vraagt de huidige woningnood voor starters een oplossing in lijn met deze gedachte. Door middel van een koperskorting moet wat het CDA betreft voor starters een flink deel van de nieuwbouwwoningen onder de marktwaarde aangeboden worden, die ze uiteraard niet direct door kunnen verkopen. Een zelfbewoningsplicht van minstens vijf jaar is dus logisch. Door het slim in te richten kunnen ook volgende generaties gebruik maken van deze regeling, en beschermen we starters bij een eventuele waardedaling. Dankzij de grote vraag wordt ook de bouwproductie gestimuleerd, iets dat we keihard nodig zullen hebben de komende jaren. 

Het is code rood als het gaat om onze volkshuisvesting. En in deze crisistijden, juist nu, moet een overheid de samenleving in staat stellen zich weer te kunnen herpakken. Zeker voor koopstarters zullen daar een aantal wissels moeten worden verzet, het denken worden veranderd. De markt niet meer als heilig zien, maar ten dienste staan aan de samenleving. Dat kan alleen als we met elkaar samenwerken, en durven te investeren. Zodat jongeren straks weer kunnen rekenen op een eigen, betaalbare woning.

Julius Terpstra, Tweede Kamerlid CDA en woordvoerder wonen & ruimtelijke ordening

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.