16 juni 2017

Geurts: maak uitgaven Diergezondheidsfonds inzichtelijk

Bij de bestrijding van een besmettelijke dierziekte is nu niet inzichtelijk hoe de uitgaven vanuit het Diergezondheidsfonds worden besteed, en of dit ook efficiënt en effectief gebeurt. Het gaat daarbij om uitgaven voor zaken als de logistiek, het ruimen en de nazorg. Het CDA heeft daarom (samen met de VVD en de PVV) de regering via een motie verzocht om deze uitgaven inzichtelijk te maken. Over de motie moet nog worden gestemd, maar staatssecretaris van Dam heeft al toegezegd hierover een brief naar de Kamer te zullen sturen.

Tijdens het debat over het Heffingenstelsel Diergezondheidsfonds wees CDA woordvoerder Jaco Geurts er opnieuw op dat de opheffing van de productschappen een grote fout is geweest. “Dat heeft de overheid en de agrosector tot nu alleen maar extra geld gekost. De invoering van deze nieuwe wet en de inspanningen die nodig zijn geweest om nieuwe afspraken te maken, waren niet nodig geweest. Wij hadden een goed werkend systeem met de productschappen ten aanzien van de bestrijding van dierziekten.”

Geurts wilde graag van de staatssecretaris weten hoe het nu staat met de afhandeling van bezwaarschriften tegen de heffingen die in 2015 zijn opgelegd. Volgens van Dam zijn al die bezwaarschriften inmiddels afgehandeld. Deze bezwaarschriften gingen over een heffing die werd opgelegd voor de aanwezige dieren terwijl er ook al een heffing voor de opzet van dieren aan het productschap was betaald. Voor veehouders die in 2014 een heffing aan het productschap hadden betaald over dieren die ze ook nog hadden in 2015, is een compensatieregeling opgesteld. Die houders zijn bij het opleggen van de definitieve heffingen over 2015 gecompenseerd voor die periode.

Tot slot wilde Geurts graag weten waarom Nederland geen aanspraak maakte op Europees geld ter compensatie van pluimveehouders met vrije-uitloopdieren, in verband met de vogelgriepuitbraak van afgelopen halfjaar. Het gaat om een nationale compensatieregeling waarvoor Brussel 50% cofinanciering beschikbaar kan stellen. Van Dam gaf aan dat dit tot nu toe alleen gebeurt bij de volgende twee situaties: Als er sprake is van een onevenredig hoge schade bij bepaalde getroffenen ten opzichte van anderen, en als de schade zo hoog is, dat hij niet kan worden gezien als een regulier bedrijfsrisico. Het loslaten van dit principe zou leiden tot een zeer hoog nationaal compensatiebedrag. Alleen als de pluimveesector zelf kan komen met een financieel-economische onderbouwing waaruit blijkt dat aan beide voorwaarden is voldaan, is van Dam bereid om gebruik te maken van de Europese middelen.


Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.