Inbreng Wopke Hoekstra tijdens het debat over de ontstane situatie in de verkennende fase van de kabinetsformatie
2 april 2021
Het is een uitzonderlijk voorrecht om hier te staan. Het is mijn maidenspeech in uw Kamer. Maar gegeven de aard en het belang van het debat stel ik voor dat de leden mij wel gewoon kunnen interrumperen. Op 17 maart heeft Nederland gestemd. Mijn overtuiging is: mensen in het land verwachten dat we de dingen in Den Haag gewoon goed regelen. We zijn nu 2 weken verder. En we staan voor aap. Totaal maar dan ook totaal voor aap.
Ik begin met de aantekeningen. Zeer slordig dat ze zichtbaar waren. Maar veel erger is dat dit überhaupt op papier is gezet. En kennelijk werd gezien als onderdeel van de taakopvatting.
Want in die aantekeningen gaat het over onze eigen Pieter Omtzigt, die nou juist een fenomenale bijdrage levert aan onze democratie. Dat is echt bizar. Zoals er nog veel meer op het lijstje stond waarvan je je afvraagt: wat dachten de verkenners eigenlijk dat ze aan het doen waren? De verkenners hebben in hun brief erkend dat geen van de onderwerpen op de aantekeningen - niet Pieter Omtzigt, niet linkse samenwerking, niet mijn rol - ter sprake is gekomen in het gesprek dat ik met hen had. Dat blijkt inmiddels ook uit de stukken. Eerste vraag aan hen is dat hier, plenair, in de Kamer, voor de Handelingen, te bevestigen.
Mijn tweede vraag is veel fundamenteler: waarom? Waarom staat dit op papier? Op basis waarvan is deze tekst tot stand gekomen? Welke taakopvatting spreekt eruit? Op ieder van die vragen moet er vandaag van de verkenners een antwoord komen. Daarnaast vind ik dat zij hier excuses moeten maken. Excuses aan Pieter Omtzigt, excuses aan het parlement, excuses aan het CDA.
Mijn derde vraag is: hoe kan het, dat niemand van de aanwezigen zich iets van het gesprek op die maandag herinnert? Geen van de drie politici, niet de twee verkenners en niet de heer Rutte. Hoe kan dat? Hoe is dat mogelijk?
Dan over de verkenning in algemene zin. Een meerderheid vond eerder de onafhankelijke rol van de koning niet langer gewenst. Als je de ravage bekijkt die we vandaag bespreken, is de gewetensvraag natuurlijk: is het er eigenlijk beter op geworden?
Want inmiddels hebben we twee verkenners i.p.v. één verkenner. Voor mij volstrekt onhelder welk doel dit dient. Je kan bovendien niet beweren dat ze op afstand staan. Een zittende Senator en zittende leden van het kabinet, met mogelijk allerlei ambities. Het getuigt allemaal van politieke overmoed; mijn vraag is daarom: waarom niet één verkenner, die meer op afstand staat van de politiek?
Het meest wrange is misschien wel dat juist Pieter Omtzigt zich op allerlei manier heeft ingespannen voor herstel van vertrouwen. En dat dat vertrouwen juist door dit proces, en door de opmerkingen over hem, grote schade heeft opgelopen. Bij de mensen in het land, bij Uw Kamer, en zeker ook bij CDA-fractie. De verkenners en hun opvolgers zitten hier namens de Kamer. De hamvraag is wat mij betreft de volgende: hoe gaan de verkenners, en de partijen door wie zij zijn aangesteld, het geschonden vertrouwen herstellen?
Dank u wel.