Bij het debat over de Voorjaarsnota heeft Pieter Omtzigt gewaarschuwd tegen het loslaten van de begrotingsdiscipline. “Hoewel het CDA verschillende maatregelen in de begroting van harte steunt, zoals het schrappen van de mantelzorgboete in de AOW of het schrappen van de monumentenaftrek, is er toch wel sprake van een losse begrotingsdiscipline. De tegenvallers komen ineens uit alle kasten na de verkiezing: bij VWS, wederom bij de belastingdienst en bijna structureel een miljard minder dividend van De Nederlandsche Bank door het ECB beleid.
Deze begrotingsuitgaven worden ruimschoots gecompenseerd door hogere belastinginkomsten. Maar waar is de scheiding tussen inkomsten en uitgaven gebleven? En waarom werd er voor de verkiezingen mooi weer gespeeld met een struktueel overschot, dat er helemaal niet blijkt te zijn?
De economische groei is hoger dan we dachten, de werkloosheid is (veel) lager en de lonen stijgen weer langzaamaan. Daar mogen we blij mee zijn, aldus Omtzigt. Maar hij constateerde dat er ‘tegelijkertijd ook mindere signalen zijn’. Zo stijgt de inflatie, wat op zich goed is, maar dat zorgt wel voor lagere koopkracht, die blijft achter. En dat de belastinginkomsten van het Rijk met vele miljarden meevallen ‘staat wel leuk, maar dit is gewoon opgebracht door burgers en bedrijven’.
De komende jaren gaat de begroting van de belastingdienst met 600 miljoen naar beneden. Omtzigt wilde graag van de minister weten of hij dat verantwoord en uitvoerbaar vindt. Het gaat immers wel om een verlaging van 3,1 miljard naar 2,5 miljard per jaar. Ook de Brexit zou Nederland zomaar veel geld kunnen kosten. “Eén miljard alleen als het gaat om onze korting. Wij strijden wel voor een lagere begroting, maar er is geen zekerheid.”
Tijdens het debat vroeg Omtzigt zich ook af of over de politie-uitgaven wel goede verantwoording wordt afgelegd. Omtzigt: “We snappen niet waarom dit niet zo strak is als de controle op de defensie-uitgaven. De president van de Algemene Rekenkamer trekt hierover ook zelf aan de bel: Het is onduidelijk voor de Kamer of de prioriteiten die de minister stelt voor de politie ook gehaald worden. We geven jaarlijks miljarden uit aan de politie, dan is het toch gek dat de doelmatigheid van die uitgaven niet gemonitord kan worden door de Algemene Rekenkamer? “ Via een motie riep Omtzigt de regering op in samenspraak met de Algemene Rekenkamer te onderzoeken hoe de uitgaven voor de politie onder de uitgebreide onderzoeksmogelijkheden van de Algemene Rekenkamer gebracht kunnen worden. De motie werd door bijna de hele Kamer gesteund.