Het CDA herkent zich in de bevindingen van de eerste evaluatie van de Jeugdwet, en is blij met het plan van aanpak van de minister. Toch ziet het CDA nog wel een paar punten die verbeterd moeten worden.
Het eerste punt waar CDA woordvoerder René Peters aandacht voor vroeg, betreft de stapeling van procedures en klacht-, tucht- en toetsingsinstanties. Het komt voor dat een professional zich rondom een zelfde klacht of feit zeven verschillende keren moet verantwoorden en verdedigen. Dit kost heel veel geld, tijd en energie, en kan zeer verlammend werken. Peters stelde voor om professionals zich voor hetzelfde feit slechts één keer te laten verantwoorden, met daarbij de mogelijkheid voor hoger beroep.
Ten tweede hebben gezinnen met meer dan één hulpvraag voor de inkoop van hulp te maken met wel vier wetten. De jeugdwet (via de gemeente), de wet langdurige zorg, (en daarmee het zorgkantoor, het CIZ en het SVB), de WMO en de zorgverzekeringswet. Peters: “Het CDA kent meerdere voorbeelden van gezinnen die door de administratieve bomen het bureaucratische bos niet meer zien. Zij ontvangen niet de zorg die nodig is.” Hij riep de minister op om te onderzoeken hoe het instrument van het Gezinsgebonden Budget, gefinancierd vanuit verschillende stromen, gemakkelijker ingezet zou kunnen worden.
Tot slot vroeg Peters aandacht voor een speciale doelgroep, die tussen wal en schip valt: alleenstaande moeders met kinderen die geen vaste woon- of verblijfplaats hebben. “Ik ken meerdere casussen waarbij kinderen bij de moeder worden weggehaald omdat het aan geschikte woonruimte ontbreekt. Maar als het probleem het ontbreken van woonruimte is, dan is het weghalen van een kind geen oplossing. Bovendien hebben moeders met kinderen recht op voorrang bij het toewijzen van een woning. Dus het probleem zou snel opgelost moeten zijn. Ware het niet dat je voor een toewijzing van een woning ingeschreven moet staan. En dat is lastig zonder woon en verblijfplaats.” Hij vroeg de minister om met gemeenten in gesprek te gaan en met de VNG te komen tot een protocol ‘om deze vrouwen echt te helpen, niet van de regen in de drup’.