Deze week werd in de Tweede Kamer de initiatiefnota van CDA-Kamerlid René Peters besproken over de zelfgekozen mentor voor jongeren met jeugdhulp. Met dit voorstel wordt het recht op een zelfgekozen mentor wettelijk vastgelegd en komt het kind centraal te staan. Die mentor wordt daarmee een belangrijke steunpilaar voor jongeren die jeugdhulp krijgen. Staatssecretaris Blokhuis staat in principe welwillend tegenover het plan, al ziet hij nog wel wat haken en ogen die eerst uitgezocht moeten worden, voordat dit in de wet kan worden opgenomen.
 
Tientallen Hulpverleners
René Peters weet als voormalig wethouder van Oss waar hij over praat. Bij één enkel kind dat onder de jeugdzorg valt, zijn vaak tientallen hulpverleners betrokken. Maar het CDA wil dat kinderen met jeugdhulp het recht krijgen om iemand uit hun eigen omgeving te betrekken bij belangrijke zorgbesluiten. Peters: “Deze steunfiguur is geen professional, maar een goede bekende, zoals een familielid, de buurman of de trainer van de voetbalclub. De zelfgekozen mentor is er niet om delen van de professionele hulp over te nemen, maar om daadwerkelijk en gelijkwaardig mee te beslissen over wat goed is voor het kind, het gezin en de situatie.”
 
Grote aantallen
Volgens de gegevens van 2020 woonden ruim 38.000 jongeren tot 18 jaar niet thuis. Tel je daar de jongeren tot 23 jaar bij op, dan kom je zelfs tot 42.000. Daar zitten wel ook de gezinshuizen en de pleeggezinnen bij. In 2020 waren er ook 18.900 gedwongen uithuisplaatsingen. Als je de ambitie hebt om die kolossale aantallen naar nul te brengen, moet je heel wat van stal halen, stelde staatssecretaris Blokhuis vast. Maar hij was graag bereid om met de Kamer de schouders eronder te zetten om die ambitie waar te maken ‘of om in ieder geval een hele grote beweging die kant op te maken’.
 
Lees hier de initiatiefnota.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.