‘Hoe gaan we met elkaar om? Hoe tolerant is Nederland? Worden we een land waarin mensen van hetzelfde geslacht maar beter niet hand in hand kunnen lopen? Een land waarin korte rokjes worden gezien als een uitnodiging voor seksueel geweld? Een land waarin je maar beter geen orthodoxe christen kunt zijn? Of moslim? Is Nederland nog een land waarin je de ruimte krijgt om jezelf te zijn? En waarin we elkaar niet verketteren om wat ons anders maakt, maar waarin we sterk zijn door wat ons verbindt?
Wie nu regeert, moet een antwoord geven op deze grote vragen’, stelde Ruth Peetoom in haar toespraak bij het CDA-Partijcongres in Nijmegen. ’Wie nu regeert moet bezorgde mensen een reden geven om te vertrouwen. En moet een steeds sterker verdeelde samenleving weten te verbinden.’
Nederland snakt volgens Peetoom naar een politiek die verbindt. ’Een politiek die laat zien dat we met al onze verschillen op elkaar zijn aangewezen. Die laat zien dat we elkaar niet laten barsten, maar elkaar helpen. En dat we een geloofwaardig antwoord vinden op elkaars grootste zorgen. In de Trêveszaal. Maar vooral daarbuiten.’
Het CDA kiest ervoor om vorm te geven aan de toekomst, omdat niets doen geen optie is. ‘Wij kiezen voor échte oplossingen, omdat makkelijk praten niemand verder helpt. Wij kunnen bijdragen aan vertrouwen en aan verbinding. Met de maatschappelijke dienstplicht van ons CDJA, die daarvoor bij uitstek bedoeld is. Met de vlaktaks van ons Wetenschappelijk Instituut, die de belastingen eerlijker en eenvoudiger maakt. Met de vergroening die ons Strategisch Beraad bepleit. Met de verkleining van het verschil vast en flex van de CDA1000 En met de uitbreiding van het partnerverlof van onze visiegroepen.’
‘Zo gaan we het verschil maken in deze regeerperiode. Als partij van de samenleving, als partij van het midden. Met een uitdagend akkoord. Met een mooie ploeg bewindspersonen. Met 19 kamerleden die er helemaal klaar voor zijn.’
Partijvoorzitter Ruth Peetoom wenste de nieuwe ploeg CDA-ministers en -staatssecretarissen veel geluk en succes met hun opdracht en verantwoordelijkheid. ‘Oppositie is een comfortabele stoel geworden. Regeren is je nek uitsteken. Maar het is het waard. Want door te regeren kun je je plannen werkelijkheid maken, je beloften aan kiezers nakomen.’