04 februari 2023

Pieter Heerma: Voor Heel Nederland

Wat is het geheim van een lang en gelukkig leven? Het is deze vraag die centraal staat in een van langstlopende wetenschappelijke onderzoeken ooit. Al sinds 1938 is het leven van meer dan 700 Amerikanen nauwkeurig gevolgd. Het waren jonge mannen die kwamen uit twee groepen: de ene groep Harvard studenten, onder wie de latere president John F Kennedy. De anderen waren jongens uit de armste buurten van Boston.

De opzet van dit onderzoek is uniek. Van de oorspronkelijke groep zijn nog een paar in leven, maar het onderzoek loopt nog steeds door. Met hun kinderen, die inmiddels zelf ook op leeftijd zijn. De (voorlopige) uitkomsten zijn interessant. Het geheim van een lang en gelukkig leven gaat niet over rijkdom of roem. Het geheim ligt in goede relaties met de mensen om ons heen. Mensen met meer sociale contacten. Met familieleden, vrienden en de gemeenschap waarin ze leven, leven langer, gezonder en gelukkiger.

Wij noemen dat: Minder ik, meer wij. Vorig jaar bracht De Groene Amsterdammer een artikel over de ‘Friese paradox’. Friezen zijn gemiddeld niet rijk, maar behoren wel tot de gelukkigste inwoners van ons land. Geen Koopgoot of Zuidas, maar wel sociale samenhang in hun buurt. Economie en werkgelegenheid scoren onder gemiddeld,maar de kwaliteit van leven hoog. Dat is de Friese paradox. Het artikel ging over brede welvaart als tegenhanger voor het denken in BBP, groei en rendement.

Jarenlang probeerden bestuurders de achterstand aan te pakken, maar het verschil bleef bestaan. Toen werd het roer omgegooid: in plaats van de zwakke punten te bestrijden, ging men de sterke punten versterken. De zachte waarden van de samenleving in plaats van de harde waarden van de markt. Sindsdien is niet langer de economische groei maar welzijn de leidraad voor het beleid. Ook dat is: minder ik, meer wij.

Deze week presenteerden we als CDA een eigen onderzoek naar geografische verschillen in Nederland. Het is geen wetenschappelijk onderzoek, maar een mozaïek van kaartjes, cijfers en verhalen. Over grote verschillen in een klein land. Verschillen die de laatste jaren steeds meer zijn gaan knellen, in een land dat uit balans is geraakt. Immers, verschillen zijn er altijd wel geweest. Tussen stad en platteland. Tussen provincies en steden. Brabantse gezelligheid, noaberschap in Twente en Rotterdamse trots.

Die veelkleurigheid maakten ons land tolerant. Ondanks alle verschillen waren we met elkaar één samenleving: Één Nederland. We polderden tot we een oplossing hadden, mopperden over het weer of de politiek en juichten als Oranje scoorde. Maar nu zien we dat de verschillen zijn gaan knellen. De omgekeerde vlaggen langs de snelweg, de Atlas van afgehaakt Nederland, De onrust in Ter Apel en Tubbergen. De rellen in Den Haag en Amsterdam na de wedstrijden van Marokko. Het zijn uitingen van een langer sluimerende onvrede. Johan Remkes benoemde de wanhoop in de ogen van hele redelijke mensen.

Hij sprak schande van de manier waarop de culturele voorhoede sprak over het platteland. Bij de presentatie van zijn rapport hield Remkes ons als politiek een spiegel voor. De spiegel van een land dat uit het lood is geslagen en een politiek die daarvan te lang heeft weggekeken. De traditie van tolerantie werd een polarisatie van tegenstellingen. In het rapport #VoorHeelNederland gingen we op zoek naar de cijfers hierachter. En dan blijkt er toch wel iets aan de hand te zijn.

Een paar voorbeelden. Waar zat de economische groei? Daar springen twee regio’s uit: De financiële en zakelijke dienstverlening op de Zuid-As. De brainport Eindhoven. Grosso modo zijn de G5/big five goed voor de helft van ons inkomen. Dit is niet alleen de werkelijkheid van de afgelopen decennia, maar die trend zet zich steeds verder door. Hier op dit plaatje is te zien waar de groei van de banen en de beroepsbevolking de komende 15 jaar te verwachten is. De roder hoe meer groei, hoe blauwer hoe meer krimp. Het gaat gepaard met een trek naar het westen, vooral van de hoger opgeleiden. Dat deze groei gepaard gaat met problemen voor de regio’s die kampen met krimp isvrij evident. Maar ook in de groeisteden beginnen de nadelen steeds zichtbaarder te worden.

Denk aan de onbetaalbaarheid van woningen. Waar is wonen het duurst? In Pekela koop je nog voor 2 ton een huis. In Amsterdam is de gemiddelde verkoopprijs 5,5 ton. In Blaricum ligt het gemiddelde boven het miljoen. Die onbetaalbaarheid leidt tot het wegtrekken van de middenklasse. Zie waar het leraren tekort het hardst toeslaat: in de grote steden. Huizen zijn onbetaalbaar en op scholen in moeilijke wijken is het werk veel zwaarder. In eerste instantie is het dan niet zo gek dat er het meest gebouwd wordt op de plekken waar de druk het hoogst is. Hier zie je dat de grootste aantallen woningen worden gebouwd in dezelfde gebieden waar de meeste economische groei verwacht wordt en de druk op de woningmarkt het hoogst. Bouwen op de plekken waar de druk het hoogst is, zou je zeggen. Maar die plekken zijn al zo vol en druk dat er hele nieuwe problemen ontstaan.

Denk aan hitte stress. Maar ook sociaal levert de druk van de prestatiesamenleving en de drukte in de grote steden interessante gevolgen op. Zie hier. In Groot Randstad wordt meer en vaker een beroep op ADHD medicijnen gedaan omdat er kennelijk meer drukke kinderen zijn, of er minder goed mee omgegaan kan worden. Zoals ik al zei. De negatieve gevolgen van een land uit balans zijn aan de andere kant van de streep sowieso evident. Maar daarmee zijn ze ook pijnlijker. Waar is de energie armoede het grootst?

In de top 20 van gemeenten met de meeste energiearmoede staan dertien gemeenten uit Groningen. In ons rapport zitten nog veel meer voorbeelden. Elk kaartje in het rapport vertelt daarbij een eigen verhaal. Waar een gemeenschap achter zit. En een probleem waar mensen iedere dag mee te maken hebben. Want het doet wat met mensen als de laatste buslijn wordt opgeheven.
Als het streekziekenhuis dichtmoet. Of het lerarentekort zo groot is dat de school een dag dicht gaat, terwijl de kinderen in jouw wijk meer dan anderen goed onderwijs nodig hebben.
Het is de optelsom van ongelijkheden die maakt dat mensen afhaken, het gevoel krijgen dat de politiek er niet voor hen is. Het gevoel dat Nederland vooral een goed land is, voor mensen die het al goed hebben. We zagen ook patronen, die we eerder niet zagen en die ons kunnen helpen bij de oplossing.

Ik noem er drie. De eerste is de trek naar de grote stad. Dit zien we sinds de jaren tachtig. Steeds meer een vertrek van hoogopgeleiden uit de regio geweest. Eerst kwamen de yuppen, daarna de creatieve ondernemers en start-ups. Jongeren die hun dorp verlaten om te gaan studeren en blijven in de Randstad wonen voor hun carrière. Ouderen en lageropgeleiden blijven achter in de regio,
waar minder werk is en steeds minder voorzieningen. Een tweede patroon is dat het beeld van Randstad versus regio niet meer het hele\ verhaal verteld. Het gebied waar het goed gaat is groter dan de Randstad Voormalig Rijksbouwmeester Floris van Alkemade noemt dit middenland en laat zien in welk gebied er echt veel banen te vinden zijn. en daarnaast zien we in de grote steden zelf dus ook groeiende ongelijkheid tussen de goede wijken en minder goede wijken.

Ook daar zien bewoners voorzieningen verdwijnen, de sociale cohesie afnemen en trekken mensen zich terug. Het derde patroon is dat een groot deel van de ongelijkheid het gevolg is van het dominante liberale denken in markt, rendement en groei. New Public Managment denken bij de overheid.Dertig jaar lang was het beleid erop gericht de winnaars er uit te pikken in plaats van
de verliezers te ondersteunen. We investeerden waar het druk was, zodat het nog drukker werd met als gevolg dat we minder oog hadden voor waar het leger werd, In die zin zijn de doorgeschoten neoliberale tendensen geen natuurverschijnsel, maar zitten er keuzes achter die in het verleden zijn gemaakt.

De werkelijkheid van de technocratische modellen ziet geen kansen in de regio. Daar heb je visie voor nodig. Natuurlijk is het rendabel om een aantal kleine bibliotheken of streekziekenhuizen te
fuseren tot een grote, maar daarmee ga je voorbij aan de sociale functie en het belang van nabijheid. Onderdeel van die visie moet zijn dat we de ruimte in heel Nederland beter benutten. Een nieuwe nota Ruimte zal de lange termijn lijnen uit moeten zetten voor de inrichting van ons land. Door uit te gaan van de kracht van de regio. Het woord krimpregio schrappen we uit Van Dale.
Het wordt vervangen door een Nationaal Programma Regio waarin we de spiraal van minder banen, minder mensen en minder voorzieningen doorbreken.

Voor heel Nederland
Zoals de drie noordelijke provincies en Flevoland dit hebben uitgewerkt in het Deltaplan voor het Noorden. Bouwen voor de toekomst betekent extra infrastructuur. Niet alleen waar de knelpunten nu zijn, maar op basis van een visie op waar de ontwikkel ruimte voor de toekomst ligt. De Lelylijn, de Maaslijn en de Nedersaksen lijn zijn cruciaal voor deze nieuwe aanpak. Het oude denken via MKBA’s, die in de regel altijd weer wijzen naar de dichtsbevolkte gebieden met de grootste economische kansen, kan bij het grofvuil. Besluiten over de toekomst vragen om politiek met visie, niet om een boekhoudersmentaliteit. Daarnaast gaan we bouwen aan de kracht van lokale gemeenschappen. Zo leert ons ook de Friese Paradox. Buurthuizen, bibliotheken, sportverenigingen en de buurtwinkel dragen niet alleen bij een leefbaarheid, maar zijn oases van welzijn en brede welvaart. De samenleving op 1 zetten vereist coöperatief denken. De coöperatieve samenleving in de praktijk. Denk aan Vereniging Nederland of hoe in Friesland de hoge opbrengsten van windmolenparken worden teruggegeven aan de samenleving via de verduurzaming van maatschappelijk vastgoed zoals buurthuizen.

De omgekeerde vlaggen waren een luide oproep. Een oproep voor solidariteit, verbinding en gemeenschapszin. Nederland is te klein voor zulke grote verschillen. Ik mis in de politiek te vaak de oprechte interesse in het oplossen van problemen Omdat het veel makkelijker is om met snedige tweets de boosheid op twitter aan te
wakkeren.

Dit is ons antwoord.
Omdat polarisatie geen compensatie is voor gebrek aan ideeën. Wij hebben niet alleen de plannen, wij hebben ook de mensen. Daarom presenteren we dit plan vandaag samen met onze lijsttrekkers. Als onze boodschap voor heel Nederland. Voor een beter Nederland, een Nederland van minder ik, meer wij

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.