Toespraak minister Hoekstra bij opening academisch jaar in Leiden
Dames en heren,
Het is een eer en een genoegen om hier te staan en het academische jaar in Leiden te openen.
In mijn studententijd ben ik talloze keren langs de Pieterskerk gelopen, en heb hier regelmatig tentamen gedaan. Het voelt dan ook als een groot voorrecht om juist hier mijn gedachten over het Nederlands buitenlandbeleid uiteen te mogen zetten.
Bij binnenkomst heeft u ongetwijfeld de enorme wereldbol achterin de zaal gezien. Ik kijk er vanaf hier recht op af.
Dit prachtige project van de Britse kunstenaar Luke Jerram is met een haast onzichtbare draad vastgemaakt aan het gewelf van de kerk. Stevige bevestigingsmechanismen zorgen voor de precaire balans waarmee alles op zijn plek gehouden wordt.
Dames en heren,
Ik zou hard mijn best moeten doen een betere metafoor te bedenken voor de noodzaak van het internationale systeem. Een wereld die onmiddellijk uiteenvalt als de ankers die de balans bewaren los zouden raken.
Deze wereld – die hier in de Pieterskerk – hangt stevig aan het gewelf. Maar laat ik eerlijk zijn: over onze eigen wereld maak ik mij grote zorgen. Over de ankers die door conflict los dreigen te raken, waardoor de wereld nog verder uit balans raakt.
Nergens is dat zichtbaarder dan op ons eigen continent. Met de volstrekt illegale invasie van Oekraïne op 24 februari heeft Rusland ons terug gesleurd naar een tijd van oorlog.
In het oosten van ons continent vechten de Oekraïners voor hun vrijheid. Bijna 7 miljoen mensen zijn inmiddels hun land ontvlucht.
De afschuwelijke beelden uit Bucha en Irpin tonen ons de realiteit van de Russische bezetting waarvoor zij vluchten. Lichamen in de straat, kapotgeschoten huizen, een letterlijk weggevaagde wereld.
Ik heb veel van die schade zelf gezien, toen ik met mijn Duitse collega in Oekraïne was. De kwaadaardige vernietiging, het geweld tegen een volstrekt onschuldige bevolking, de angst.
Maar ook de hoop. Iedereen die ik daar sprak vertelde me hetzelfde:
Wij geven niet op. Wij blijven vechten. Wij zullen dit winnen. En straks, als het stof is neergedaald, zullen we ons land herbouwen.
Het is een vastberadenheid die ik zeer bewonder. Zij vechten daar voor de onafhankelijkheid van hun land, en voor waarden die ook de onze zijn: vrijheid, zelfbeschikking, mensenrechten en de rechtsstaat.
En ze vechten voor de veiligheid van dit continent. De dreiging strekt verder dan Oekraïne alleen: Poetin is een imperialist die niet vanzelf zal stoppen.
Hij daagt ons uit te accepteren dat Rusland met geweld een buurland annexeert. Dat zullen we nooit doen. Want als dat in Oekraïne kan, kan het ook elders in Europa. En in de wereld.
De Leidse hoogleraar Cornelis van Vollenhoven schreef ruim een eeuw geleden al dat Nederland een roeping had de internationale rechtsorde te bevorderen. Dat ben ik met hem eens. Al wil ik daar graag aan toevoegen dat dit niet alleen een morele roeping is, maar juist ook een strategisch belang.
Ons strategisch belang.
Dames en heren,
De oorlog is in veel opzichten een wake-up call. De realiteit is dat we al veel langer geopolitiek worden uitgedaagd.
De opkomst van autocratische regimes en de uitholling van de internationale rechtsorde zijn al veel langer aan de gang. Landen als Rusland en China doen er alles aan om de regels van het spel te herschrijven, en de bovenhand te krijgen. Daar komt bij dat deze geopolitieke rivalen een fundamenteel ander wereldbeeld voorstaan, zonder democratie of rechtsstaat.
Met deze uitdagingen worden we al langer geconfronteerd, en toch hebben we te weinig geïnvesteerd in defensie en veiligheid. Net als veel van onze bondgenoten.
Onze toevoer van energie en strategische grondstoffen zijn bovendien te afhankelijk van anderen, en daarmee kwetsbaar. Daar komt nog bij dat dat de groep landen die we vroeger omschreven als ‘het Westen’, qua bevolkingsaantal en economisch gewicht relatief gezien ieder jaar kleiner wordt.
Voor Nederland is dit een gevaarlijke samenloop van omstandigheden. Juist wij, vrij, welvarend en verbonden met alle uithoeken van de wereld, hebben belang bij stabiliteit. Bij betrouwbare handelsafspraken. Bij respect voor internationaal recht.
Wat in het buitenland gebeurt raakt ons. Het buitenland is ook binnenland. Dat is voor Nederland overigens altijd zo geweest, dat weet u hier in Leiden als geen ander.
Deze universiteit is opgericht te midden van oorlog: de opstand van de Nederlanden tegen de Spaans-Habsburgse overheersing. Vandaar ook die geweldige lijfspreuk: Praesidium Libertatis. Bolwerk der vrijheid.
Eenzelfde vrijheidsbegrip is ook aanwezig in ons buitenlandbeleid. Vanuit zowel onze geschiedenis als onze positie op het wereldtoneel staan stabiliteit, vrijheid, zelfbeschikking en respect voor internationaal recht centraal.
We omschrijven het pallet aan internationaalrechtelijke regels en verdragen vaak als waarden, maar juist voor een land als Nederland gaan ze hand in hand met onze realpolitieke belangen.
Dames en heren,
Als we niets doen, zullen naar mijn overtuiging de stabiliteit en de machtsbalans in de wereld alleen maar verder onder druk komen te staan. Om onze belangen beter te beschermen zullen we daarom de geopolitiek ten volle moeten omarmen, met assertieve diplomatie en een actief buitenlandbeleid.
Dit vereist dat we op 3 borden tegelijk schaken: nationaal, continentaal, en mondiaal. Nationaal, door ons land beter voor te bereiden op het nieuwe tijdsgewricht waarin we in leven. Continentaal, door de geopolitieke slagkracht van Europa aanzienlijk te versterken. Samen met onze Europese bondgenoten zullen we onze belangen op ons continent en daarbuiten beter moeten beschermen. Mondiaal, door als Nederland en onze bondgenoten overal ter wereld de banden aan te halen en partners te zoeken.
Ten 1e, nationaal. Want het werk begint in eigen land.
Ik wees al op de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, en hoeveel er voor Europa en voor Nederland op het spel staat.
Inmiddels is de oorlog van de meeste voorpagina’s verdwenen, maar zijn hoge energieprijzen voor gezinnen in heel Europa keihard voelbaar geworden. Oorlogsmoeheid, war fatigue, ligt in zo’n situatie op de loer. En reken maar dat Poetin zal proberen deze vermoeidheid aan te wakkeren.
Toch is er geen alternatief voor volhouden. Volhouden, in de wetenschap dat er geen enkele garantie is dat deze oorlog binnenkort voorbij is. De oorlog van de Sovjetunie in Afghanistan nam 9 jaar in beslag, en de Russische bezetting van Oost-Europa duurde decennia.
Bij dit conflict zijn voor ons existentiële belangen gemoeid. Zij vergen een langjarige en vastberaden inzet. Dat was zo tijdens de Koude Oorlog, en dat is nu opnieuw het geval.
De situatie waar Europa zich in bevindt vraagt om geduld, om vastberadenheid en offers. Die offers zijn het waard om te brengen, omwille van de veiligheid en stabiliteit van ons continent.
Dat betekent wel dat niemand in de kou mag blijven zitten. Dat we de lasten van een exploderende energierekening samen zullen moeten dragen. En mensen die in de knel komen een helpende hand zullen moeten bieden.
Ook blijven we investeren. In defensie, in diplomatie, in kennis, in handelsbetrekkingen, in kritieke infrastructuur.
Internationaal gezien zijn we een innovatief, welvarend en relatief stabiel en veilig land. Met slechts 17 miljoen inwoners zijn wij de 17e economie ter wereld.
Die combinatie is een indrukwekkende prestatie, maar er is geen enkele garantie dat dit zo blijft. Het verdedigen en verder versterken van onze belangen vraagt om onderhoud, geld en toewijding. Iedere dag opnieuw.
Dames en heren,
Daarmee kom ik bij het 2e, continentale speerpunt van ons buitenlandbeleid: een geopolitiek Europa. Ons continent dient weerbaarder te worden, en meer verantwoordelijkheid te nemen voor zijn economische veiligheid en defensie.
De Europese Unie heeft een ongekende economische slagkracht. Wij zijn het grootste handelsblok ter wereld, en zetten op handelsgebied letterlijk internationaal de standaarden. Maar tegelijkertijd zijn we er nog onvoldoende in geslaagd die enorme economische macht om te zetten in geopolitiek vermogen.
Gelukkig zet de EU de1e stappen op gebied van een anti-coercion instrument. Dat betekent dat de EU tegenmaatregelen neemt als een lidstaat economisch onder druk wordt gezet door grootmachten van buitenaf. Een belangrijke defensieve stap, die verder moet worden uitgebouwd.
Daar komt bij dat we in de huidige crisis als Europa keihard met de neus op de feiten worden gedrukt. Voor onze energievoorziening blijken we afhankelijk te zijn van de grillen van een dictator.
Ook in de coronacrisis bleek onze kwetsbaarheid, toen op het gebied van medische hulpmiddelen. Dat mag ons geen 3e keer overkomen.
Laten we daarom onze strategische afhankelijkheid van landen als Rusland en China afbouwen. En voorkomen dat landen opnieuw dit soort leverage tegen ons kunnen inzetten.
Naast energie denk ik dan in 1e plaats aan chips. Vrijwel ieder aspect van ons leven wordt mogelijk gemaakt door deze technologie. De smartwatch om je pols, de laptop op je bureau, de auto waarmee velen van ons naar werk rijden.
De economische basis van ons continent rust steeds zwaarder op de chips-industrie. Daarom is het cruciaal de toevoer van noodzakelijke grondstoffen daarvoor veel beter veilig te stellen.
Nog fundamenteler dan het beschermen van onze economie, is het garanderen van onze veiligheid. Om dit effectiever te doen, schroeven we de militaire samenwerking binnen de NAVO, maar ook tussen de NAVO en de EU verder op.
Het is van groot belang dat we in Europese defensie investeren, en is het tegelijkertijd van cruciaal belang dat we samen met de VS optrekken. In de NAVO en daarbuiten.
Dat is opnieuw gebleken in de Oekraïnecrisis. Terecht ging het de afgelopen maanden vaak over de klassieke bescherming van ons grondgebied.
Veel minder gaat het over een onzichtbaar front, waar des te meer aan de hand is: cyber. De veiligheidsdiensten zijn er duidelijk over: in Europa hebben burgers, bedrijven en overheden op grote schaal te maken cyberaanvallen, en vaak zijn die afkomstig uit China, Rusland en Iran.
De gevolgen hiervan zijn potentieel enorm. Netwerken die worden platgelegd, elektriciteitsvoorziening die wordt onderbroken, distributieketens die worden ontregeld.
Natuurlijk verdedigen we ons hiertegen, zeker in Nederland. Maar de dreiging groeit, juist ook buiten het klassieke veiligheidsdomein.
En dus is er voor de EU maar 1 optie: zelf een cybermacht van wereldformaat te worden, in nauwe samenwerking met de NAVO. Met alle middelen die nodig zijn om aanvallers af te schrikken en af te slaan.
Dames en heren,
Mijn 3e en laatste punt is onze inzet richting de rest van de wereld. Daarmee bedoel ik de gezamenlijke inzet van Nederland, onze partners in de Europese Unie, vanzelfsprekend de VS, en landen als Canada, Japan, Australië en Zuid-Korea.
We staan er gelukkig niet alleen voor in de wereld. De Oekraïne-crisis toont ons opnieuw het grote belang van de trans-Atlantische relatie. Die hebben we hard nodig in de geopolitieke machtsstrijd die nu volop aan de gang is.
Maar de realiteit is – en ik zeg dat met spijt – dat veel landen onze blik op de wereld steeds minder delen. 141 landen hebben in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de Russische invasie veroordeeld.
Goed nieuws, zou je zeggen. Maar als je vervolgens onder de motorkap kijkt, dan ziet het er veel minder rooskleurig uit.
Ongeveer de helft van de wereldbevolking woont in landen die Rusland niet veroordeelden. Bovendien steunen de meeste landen de sancties tegen Rusland niet. Vaak omdat zij dit uiteindelijk toch in de 1e plaats als een regionaal Europees conflict zien. Omdat ons morele appèl op democratie, mensenrechten, en rechtstaat onvoldoende resoneert.
En, fundamenteler, omdat zij vinden dat het Westen ten principale te weinig oog heeft voor hun belangen. Ze voelen zich beter gehoord en bediend door onze geopolitieke rivalen China en Rusland.
Dat vraagt dus om een sterkere, assertievere diplomatieke inzet. Met meer oog voor de belangen van onze gesprekspartners. Met de bereidheid handelsakkoorden te sluiten, en scherper in te zetten op economische ontwikkelingen elders. En ook om actiever samen te werken op het gebied van cyber, klimaatverandering en veiligheid.
Daarnaast is het zaak om het gesprek veel nadrukkelijker te voeren vanuit een noemer die ons verbindt. Ook de landen die ons perspectief op democratie en rechtstaat helaas maar beperkt delen, onderschrijven wel vaak de essentie van stabiliteit.
Van soevereiniteit. Van het wederzijdse belang van internationaal recht.
Dat biedt mogelijkheid om betrekkingen te intensiveren en het systeem van internationale afspraken en recht te versterken. Tenslotte is het een kwestie van het substantieel intensiveren van het contact. 'Wat je aandacht geeft, groeit',' luidt het gezegde.
Dat zullen wij moeten toepassen in alle regio’s, en op alle gebieden waar wij belangen hebben. Met intensievere dialoog en samenwerking, zowel met oude als nieuwe partners in Afrika, Azië en Zuid-Amerika. Want net als die grote wereldbol hier in de kerk, heeft de echte wereld ankers nodig om in balans te blijven.
Onze wereld schuift en helt. Daarom zullen wij oude ankers verstevigen, en nieuwe ankers uitgooien. Met nationale vastberadenheid, Europese actiegerichtheid, en mondiale assertiviteit.
Beste studenten,
Aan het einde van mijn verhaal richt ik mij graag in het bijzonder tot jullie. Ja, als je er zo naar luistert en het nieuws leest het is een lange lijst met uitdagingen waar de wereld en Nederland mee te kampen hebben.
Maar laat je er niet door intimideren. Iedere generatie ziet zich steeds opnieuw voor grote uitdagingen gesteld. En iedere generatie heeft ook altijd weer de antwoorden gevonden op de grote vragen van hun tijd.
Dat zal bij jullie niet anders zijn. En wat betreft die jaren hier, in Leiden: probeer nieuwe dingen. Ontmoet nieuwe mensen. Haal eruit wat erin zit.
En het is ok, als je daarbij af en toe onderuit gaat. Dat hoort erbij.
Zo is het mij ook talloze keren vergaan. Je leert ervan, staat weer op en gaat verder.
Ik wens jullie hier in Leiden heel veel plezier, succes en levensgeluk toe. En ik hoop dat jullie later met net zoveel voldoening en dankbaarheid op jullie jaren aan de deze universiteit zullen terugkijken, als ik dat doe.
Dank jullie wel.