“We staan op een punt van herbezinning als het om onze economie gaat”, stelt CDA-senator Niek-Jan van Kesteren tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in de Eerste Kamer. Van Kesteren drukte het kabinet op het hart om drie fundamentele vragen in samenhang te beantwoorden bij de economische aanpak van komende jaren. Het eerste vraagstuk wat hij voorlegt is de snelle bevolkingstoename. “Is deze economisch te absorberen? Zijn er genoeg huizen? Past de toestroom op de arbeidsmarkt? Past het nog dat 25 % van de studenten uit het buitenland komt?”, aldus van Kesteren.
De tweede, aanverwante vraag is volgens Van Kesteren hoe de krapte op de arbeidsmarkt te lijf kan worden gegaan. “Werkgevers en werknemers zullen beiden hun houding moeten veranderen. Werkgevers zullen minder traditioneel naar de arbeidsmarkt moeten kijken en meer gebruik maken van groepen (ouderen, mensen met een beperking, statushouders) die graag willen werken, maar de kans onvoldoende krijgen. De arbeidsvoorwaarden moeten daarop worden aangepast”.
Daarnaast is het CDA van mening dat werknemers bereid zullen moeten zijn om meer te gaan werken, aangezien we in Nederland het minste aantal uren werken in Europa werken. “Als er tekorten zijn in het onderwijs of in de zorg of waar dan ook is het ieders verantwoordelijkheid bij te dragen aan de oplossing. Ook die van werkgevers en de werknemers. We kunnen niet alleen naar de overheid kijken.” Van Kesteren plaatst daar wel een kanttekening bij. “De overheid moet er wel voor zorgen dat werken loont. Op belastinggebied zullen maatregelen moeten worden genomen die de marginale druk verlagen. Als dat gebeurt, ligt de weg open om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren”, aldus Van Kesteren. Hij legde vervolgens het kabinet de vraag voor of deze bereid is de vereiste maatregelen te nemen.
De laatste grote vraag die Van Kesteren voorlegde is hoe om te gaan met klimaatverandering, waar hij met name de te verwachten stijging van de zeespiegel aankaartte. “Dat doe ik omdat we het als het gaat om koopkracht de burgers bestaanszekerheid willen bieden. Hier gaat het om de ultieme bestaanszekerheid en die blijft in de klimaatdiscussie relatief onderbelicht. Hoe gaan wij Nederland beschermen?” De CDA-fractie is van mening dat de regering een duidelijke strategie moet voeren op grond waarvan de burgers vertrouwen in de toekomst kunnen hebben. Al die mensen die een woning kopen of gaan kopen in laaggelegen gebieden, moeten erop kunnen vertrouwen dat dit een duurzaam bezit is. Ook bij verdergaande scenario’s inzake de zeespiegelstijging.