Versterken van de weerbaarheid van democratieën in ontwikkeling blijft cruciaal
Wopke Hoekstra was tot november 2011 bestuurslid van de Eduardo Frei Stichting (EFS). Bijna acht jaar later is zijn interesse voor de EFS niet verminderd en is hij nog altijd overtuigd van het belang van hun missie. Internationaal secretaris en secretaris van de EFS Hege Knaven-van Dijke sprak met hem over de waarde van het steunen van bevlogen leden van zusterorganisaties in democratieën in ontwikkeling op de Balkan, aan de randen van Europa en in de Arabische regio en over zijn belangstelling voor Europa die al die jaren gebleven is.
In sommige EU-lidstaten zien we dat de democratie achteruit gaat. Zo heeft het Europees Parlement aangegeven de Artikel 7-procedure te willen starten tegen Hongarije en Polen. Binnen de EVP hebben we Fidesz geschorst. Hoekstra: ‘Zoals ik onlangs ook in mijn Humboldtlezing heb gezegd, denk ik dat er nog veel te winnen is door in Europa meer in te zetten op een combinatie van rechten en plichten. En bij die plichten hoort onverkort het respecteren van de rechtsstaat en de vrije pers.’
Ontwikkeling en onderhoud van democratieën
De EFS helpt democratieën in ontwikkeling door politieke partijen daar te trainen en te steunen. Dat is van cruciaal belang, vindt Hoekstra. ‘Waarbij ik zou willen zeggen: het gaat om het belang van de democratie, maar ook om rechtsstatelijke principes. We moeten de weerbaarheid van landen rondom, maar overigens ook in Europa, waar nodig blijven versterken. Daarbij moeten we, daar zit een deel van de kracht van de EFS, met name de rol van vrouwen en jongeren versterken en ondersteunen. ’Dat betekent niet dat onze eigen democratie en rechtsstaat ‘af’ zijn of onkwetsbaar. Het onderhouden hiervan is een verantwoordelijkheid die niet alleen bij de overheid en de politiek ligt. ‘Iedere Nederlander heeft een rol in het verdedigen van de democratie.’ En ook hier weer: ‘De democratie én de rechtsstaat. Die is namelijk van ons allemaal en voor ons allemaal. En die moet waar nodig tegen de klippen op coute que coute verdedigd worden. In mijn huidige rol als minister van Financiën draag ik waar mogelijk ook actief het enorme belang van een stabiele democratie, een goed functionerende rechtsstaat en een vrije, pluriforme pers, uit.’
Minister Hoekstra werkt met name heel nauw samen met Frankrijk, Duitsland en een aantal landen in het noorden van Europa. Behalve noodzakelijk blijft dit ook enorm leerzaam. ‘Om eerlijk te zijn, je hoeft niet heel goed op te letten om elke keer weer dingen te zien in het buitenland waarvan je denkt: hé dat is interessant, dat lijkt hier goed te werken. Maar ik moet er direct bij zeggen dat er in Nederland onwaarschijnlijk veel heel erg goed geregeld is. Ook op het gebied van de democratie en de rechtsstaat. Dus zoals ik wel vaker zeg: Nederland, je zou er maar mogen wonen.’
EFS-periode
Voordat Wopke Hoekstra penningmeester van Nederland werd, was hij penningmeester van de EFS. Hoe kijkt hij daarop terug? Hoekstra: ‘Mijn rol als penningmeester van het EFS is één van de leukste dingen die ik in het CDA gedaan heb. Ik heb het voorrecht gehad om heel veel verschillende dingen binnen de partij te mogen doen. Bestuurslid van het CDA Amsterdam, meeschrijven aan het provinciale verkiezingsprogramma, lid van de redactie van het CDA-blad en nog een aantal andere dingen. Het was allemaal leuk en nuttig, maar ik heb echt genoten van mijn rol bij de EFS. Waarbij ik wel vaak met enige jaloezie naar de Duitse Konrad Adenauer Stiftung heb gekeken. Die doet hetzelfde, maar veel grootschaliger en heeft simpelweg veel meer budget.
Het was een enorm leuk en energiek bestuur. Marnix van Rij was een voortreffelijke voorzitter en met Janna Nijman, Bronne Pot, Arnoud Strijbis, Bart van Winsen en alle anderen uit het bestuur was het ook een hele enthousiaste en proactieve club mensen.’ Hoekstra vindt het belangrijk dat de EFS zich blijft richten op Oost-Europa en de Arabische regio. ‘Vanuit geopolitiek perspectief is met name de Balkan wel een regio die in het bijzonder onze tijd en aandacht verdient.’
Iedere Nederlander heeft een rol in het verdedigen van de democratie